|
links
|
Zuid-TirolIn Italië wonen vooral Italianen, de Duitsers die er wonen vormen een minderheid. In Noord-Italië is er echter een regio, Zuid-Tirol, waar de Italianen in de minderheid zijn en de Duitsers in de meerderheid. In Zuid-Tirol is er echter een stad, Bozen, waar de Duitsers slechts nog een minderheid vormen en de Italianen een meerderheid. En dat gaat nog verder tot aan de individuele Zuid-Tiroler, die volgens de Italiaanse wet iedere tien jaar besluiten moet, of hij Duitser of Italiaan is.Veel mensen weten het echter zelf niet zo goed. Zij weten niet, welke cultuur in hen de meerderheid of de minderheid vormt, of ze willen het niet weten. Zij willen liever bewust tussen beide culturen staan en bruggen slaan. Laatste herfst (2002) is het de Italiaanse neofascisten gelukt, door een referendum de beslissing van de Bozener gemeenteraad, die het zogenaamde Overwinningsplein in Vredesplein had omgedoopt, weer terug te draaien. De naam Overwinningsplein staat voor de poging van Mussolini Zuid-Tirol gewelddadig te romaniseren. Als Vredesplein zou het het vredige samenleven van Duitsers en Italianen hebben gesymboliseerd. Deze verandering van naam was een gemeenschappelijke beslissing van de conservatieve Duitse Volkspartij en de linkse Italiaanse partijen. Waarom sprak de Italiaanse meerderheid in de stad zich in het referendum echter tegen zo’n 'vrede’ uit? Bozen is geen fascistenstad. Ook veel mensen die normaal groen of socialistisch stemmen, hebben voor de naam Overwinningsplein gekozen. Bozen toont veel eerder wat voor een gemakkelijk spel fascisten kunnen hebben, wanneer van een consequente omzetting van de sociale driegeleding afgezien wordt. In Zuid-Tirol kon niet genoeg tegen de afscheiding van beide talen ingebracht worden. Zowel aan de Italiaanse als aan de Duitse zijde hebben de politici de onderwijspolitiek misbruikt, om op de scholen een monocultuur te bedrijven. De Duitse conservatieven, die in Zuid-Tirol als partij de meerderheid hebben, willen niet dat hun Duitsers zich bij de volgende volkstelling plotseling tot Italianen verklaren en proberen elk tweetalig onderwijs aan openbare scholen te verhinderen. Er wordt zelfs een totaal verbod van het zogenaamde ‚Immersions’onderwijs (letterlijk: onderdompeling) overwogen. Voor deze politici behoort dat tot minderheidsbescherming tegenover Italië. De enige minderheid die deze naam echter verdient, is de mens zelf. Of hij, ook op school, volledig in een vreemde taal duikt of slechts het puntje van de tenen erin zal steken, moet volledig aan hemzelf overgelaten worden. Degene die creatief met de verschillende culturen omgaat, bewijst de Duitse conservatieven een slechte dienst. Op Italiaanse openbare scholen blijft Duits ook een vreemde taal. En de meeste Italiaanse privé-scholen zijn als katholieke of als elitescholen in dit opzicht geen haar beter. Dit behoort tot de arrogantie van een in Italië verwende meerderheidscultuur, die zich dan in Zuid-Tirol niet op zijn plaats voelt. Terwijl de Duitsers er, ondanks hun politici, in vergaande mate in slagen zich de Italiaanse taal eigen te maken, is het bij vele Italianen met hun kennis van het Duits slecht gesteld. Zij lijden er vaak beroepsmatig onder. In de kranten lezen ze alleen maar berichten over de afscheidingspogingen van de Duitsers. Zo moesten de laatste tijd op instructie van de door Duitsers gedomineerde gemeenteraden veel Italiaanse straatnaamborden verwijderd worden. Zulke bijkomstigheden zijn dan voldoende, om de neo-fascisten als vergelding aan behoud van het Overwinningsplein te helpen. MünchenGünther Beckstein, de Beierse minister van binnenlandse zaken, droomt van een heropvoeding van de in Beieren levende buitenlanders. Zij moeten Duits leren en Duits denken. Dat de bereidwilligheid tot leren met de leeftijd afneemt, merkt hij in elk geval aan zichzelf. En wie zich afvraagt, wanneer Günther Beckstein voor de laatste maal bereid geweest is, zich met iets nieuws in te laten, hoeft alleen maar te weten, dat hij familieleden van buitenlanders alleen dan naar Duitsland wil laten emigreren, wanneer zij jonger zijn dan tien jaar. Dat zegt erg veel over hemzelf. Van Günther Beckstein stammen zulke uitspraken als: "Wij naderen de grens van onze opnamecapaciteit" of "De Duitse cultuur moet door onze buitenlandse medeburgers voldoende geaccepteerd worden." Zou hij iets van de Duitse cultuur begrijpen, dan zou hij zo’n eis niet kunnen stellen. Niet voor niets ziet Friedrich Schiller de opgave van deze cultuur daarin, van andere culturen te leren, dichterlijk uitgedrukt; te "oogsten". En dat de Duitse cultuur ook van de islam kon leren, heeft Wolfgang Goethe met zijn 'West-Östlichen Divan’ bewezen. Hieraan kun je zien, dat Günther Beckstein juist met betrekking tot de Duitse cultuur zeer vroeg op de grenzen van zijn eigen opnamecapaciteit gestoten is. Om uit iedere cultuur het beste te halen, zijn er meer mensen nodig, die echte bruggen tussen culturen kunnen slaan. Dat zal men met de door Günther Beckstein nagestreefde Duitse taalcursus en taaltoetsen, nog vóórdat kinderen naar school gaan, niet bereiken. Niet de buitenlandse leerlingen moeten aan de Duitse scholen aangepast worden, maar de scholen moeten zich aanpassen aan eisen die een culturele verscheidenheid met zich meebrengt. Kreuzberg en MannheimNiet toevallig zet de Waldorfschool (NL: de Vrije School) in de Berlijnse wijk Kreuzberg stappen in de richting van culturele verscheidenheid. Daar zal spoedig een proefproject starten, waar Turkse kinderen aanvankelijk in hun moedertaal en stapsgewijs meer en meer in de Duitse taal onderwezen zullen worden. De overgang kan drempelloos gebeuren, daar vreemde talen -in dit geval zou ook Duits daartoe behoren- op Waldorfscholen al vanaf het eerste schooljaar zeer intensief geleerd worden. Er hebben zich inmiddels al meer dan 100 Turkse ouders gemeld. Ook de leraar, die de noodzakelijke interculturele competentie met zich meebrengt, is gevonden. Het probleem is de financiering. Terwijl de betreffende leraar erop wijst, dat de Turkse ouders nauwelijks schoolgeld kunnen betalen, wijzen anderen -zoals Michael Wilhelmi- erop dat zo’n project zich op den duur toch zelf zal moeten financieren. De staat zal namelijk nauwelijks willen bijspringen. Terwijl in Kreuzberg iedereen nog op het geld wacht, hebben in Mannheim enkele Waldorfleraren moed gevat en op goed geluk de eerste interculturele Waldorfschool gesticht. Spoedig kunnen wij dus over de eerste ervaringen berichten...
Vertaling S. Vollenberg en E. Bakker Multicultureel Onderwijs
|
|