contact  impressum 
  
 links 

 

De onbetrouwbare mens

Ebeth van Loon

10/2002

            

Alles voor me eige, of toch niet?

Bruisvat 8, najaar-winter 2002

door Ebeth van Loon

Amerika, januari 1988. Ik was vijftien en woonde voor drie maanden in een kostschool in New Hampshire. Op een namiddag, in een kelderruimte van het gebouw, speelde ik een spelletje pool. Met Mathias, een Duitse jongen, en Steve, een Amerikaan uit de buurt. De ruimte was wat schemerig, stemming idem dito. Steve met peuk in zijn mondhoek ‘ Weet je, Ebeth, uiteindelijk doen we alles alleen maar voor onszelf” “…?!?” “Jaah, want jij wilt een goed gevoel hebben, als je iets doet. Dus alles wat je doet, doe je zodat jijzelf een goed gevoel krijgt.” “Hmmmmm.” Licht scheen door de bovenraampjes. Rookbanen van witgeel licht. Ik bewoog mijn armen. De rookwolken dansten binnen strakke lijnen. Zou het? Mathias beaamde het, dat merkte ik aan zijn berustende blik. “Maar ik kan toch gewoon iets voor de ander willen doen?” “Ja, maar dat geeft JOU toch een goed gevoel, als je dat doet?” “Jaah, maar...” “ Nou dan! Daar zie je het zelf!” Ik ging er even voor zitten. Op de nepleren stoel. De jongens keken mij verwachtingsvol aan. Ik kon geen vinger leggen op een fout in deze uitspraak. Hoogstens had ik een wat teleurgesteld gevoel. Goed. We doen de dingen voor onszelf. Eindstation. Helder. Ik begin volwassen te worden.

Nederland, 2002

De nieuwe regering treedt aan. Het grote vraagstuk is waarom de criminaliteit en het gevoel van onveiligheid net zo sterk gegroeid zijn als de welvaart. Om deze ontwikkeling een halt toe te roepen wordt, naast maatregelen zoals meer ‘blauw’ op straat, kamerbreed gepleit voor een herwaardering van algemene normen en waarden. Ze moeten weer onderwerp van politiek en maatschappij gemaakt worden. (1) Mensen moeten weten wat de norm is en welke waarden zij behoren te dienen.

Vanwaar die eenstemmigheid over deze vorm van aanpak? Om daar zicht op te krijgen, is het nodig om te kijken naar de heersende opvattingen omtrent de drijfveren van de mens. Dit hangt immers direct samen met de vraag hoe moraliteit ontwikkeld kan worden. Wat als eerste opvalt, is dat het geen onderwerp van discussie is. Veel directe citaten in de zin van ‘volgens mij zit de mens zo en zo in elkaar’ zijn er in de krantenberichten niet over te vinden. (2) Verpakt als een technische constatering komt de ‘aap’ in menig artikel en interview echter wel uit de mouw; de mens wordt door het streven naar eigenbelang gedreven, doet de dingen voor zichzelf. (3) Het gevolg van deze opvatting is dat de mens, zodra het om de wereld en de mensen om hem heen gaat, niet te vertrouwen is. (4) Vanuit deze aanname is het logisch dat de politiek het als een van haar taken ziet, om de normen en waarden weer op peil te krijgen. De oplossing zal immers niet vanuit de mens zelf, maar van buitenaf aangegeven moeten worden.


Darwin (1809-1882)

Gevolgen in de praktijk

Wat voor consequenties dit onderliggende gevoel van wantrouwen jegens de mens heeft, is bijvoorbeeld zichtbaar in de wetenschap. Een onderzoeker behoort niet persoonlijk betrokken te zijn bij datgene wat hij onderzoekt. Het gevolg van deze opvatting is, dat van objectief (= wetenschappelijk) onderzoek pas gesproken wordt wanneer er sprake is van kwantificeerbare, statistische, herhaalbare proeven, waarbij alle individuele, specifieke elementen zoveel mogelijk uitgeschakeld worden.

In het bedrijfsleven is de aanname dat de mens de dingen alleen voor zijn eigenbelang doet bijvoorbeeld terug te vinden in de opsplitsing van werkende mensen in zogenaamde werkgevers enerzijds, werknemers anderzijds. Werkgevers zouden dan het belang van het bedrijf dienen (aangezien zij ‘eigenaar’ zijn, valt dit belang samen met hun eigenbelang), werknemers zouden zich alleen voor hun eigen positie in het bedrijf inzetten. Gevolg van deze indeling is dat medewerkers zich niet kunnen verbinden met het bedrijf; mogelijkheden tot medezeggenschap, medeondernemerschap zijn zeer marginaal in de meeste bedrijven.

Met betrekking tot normen en waarden die vanuit de politiek aangezwengeld worden, zal in de praktijk het volgende waarschijnlijk gebeuren. Op het moment dat de staat normen en waarden gaat vaststellen, zullen de mensen hier vervolgens aan moeten gehoorzamen. Dit zal dus gehandhaafd moeten worden. Via reprimandes, financiële kortingen, stopzetten subsidies etc. ligt het in de lijn der verwachting dat uiteindelijk normen en waarden tot in het fysieke opgelegd zullen worden. (5)


De onbetrouwbare mens? “Verdrijving uit
hetparadijs” Gustave Doré (1864)

Een andere visie

De mensheidontwikkeling is er een van toenemende zelfstandigheid van het individu. Waar vroeger mensen nog nadrukkelijk van buitenaf gestuurd werden ( kerk, tradities, positie, geografische omgeving), plaatst de huidige mens zichzelf veel meer in- en vanuit zichzelf in de wereld. Hij bepaalt zelf wat hij wil en hoe hij in zijn leven staat. Dit komt overeen met de wetmatigheden van deze ontwikkeling; wat vroeger van buitenaf werd aangereikt, kan de mens tegenwoordig alleen nog maar van binnenuit, zelfstandig, door de persoonlijkheid heen, tot stand brengen. Hij heeft het vermogen om inzicht in zijn eigen drijfveren te krijgen en kan de verhouding tussen zichzelf en de wereld nader overwegen. Daarom is de mens in aanleg een vrij en moreel wezen, omdat hij verantwoordelijkheid voor zijn eigen doen en laten kán dragen.

Deze aanwezige (morele) vermogens kunnen alleen (verder) ontwikkeld worden wanneer de mens in staat gesteld wordt zijn leven naar eigen inzichten vorm te geven. Hij moet mogelijkheden krijgen zich met de wereld te verbinden; medeverantwoordelijkheid te dragen en initiatief te tonen. Ondersteuning van mensen hierin betekent dus het scheppen van mogelijkheden om eigen ervaringen op te doen.

Kijken we naar de rol van de overheid, dan volgt uit bovengenoemde visie op de mens een duidelijke omlijning van haar taak. Zij dient er bijvoorbeeld voor zorg te dragen dat iedereen onderwijs kan volgen en medische hulp kan krijgen. Wat voor soort onderwijs dat is, welke vorm van genezing gekozen wordt, is iets dat alleen elk afzonderlijke persoon voor zichzelf kan bepalen, conform zijn eigen wereld- en mensbeeld.

De politieke praktijk is anders. De huidige aanzet tot herwaardering van algemene normen en waarden maakt dit extra zichtbaar. Normen en waarden gaan over de vraag wat moreel goed is en wat slecht. Nu is het gebruikelijk, dat via het rechtssysteem kaders aangegeven worden, waardoor de mens tegen de ander beschermd wordt: je mag niet stelen, niet moorden etc. Deze rechtsregels gelden voor iedereen, in dezelfde mate. Daarom kunnen ze ook centraal vastgesteld worden. Hoe een mens binnen deze kaders (die dienen ter bescherming van het individu tegen de ander) vervolgens zijn leven inricht, welke normen en waarden hij ten opzichte van zijn eigen leven hanteert, is een kwestie van persoonlijke visie- en levensbeschouwing. De overheid handelt echter anders, door centraal (persoonlijke) normen en waarden te willen benoemen, die voor elk mens als richtlijn moeten gaan dienen. Daarmee eigent ze zichzelf een rol toe van normatieve staatskerk-zonder-God. De mens moet niet alleen tegen grensoverschrijdend gedrag van de ander, maar ook tegen zichzelf, zijn eigen mogelijke mens- en wereldbeeld, beschermd worden. (6) De overheid bepaalt wat goed voor u is.

Dit heeft nogal wat consequenties. Mensen krijgen niet de mogelijkheid zich te verbinden met hun omgeving, vanuit hun eigen morele keuzen. In de regelgeving is dit al langer zichtbaar.Zo zijn alleenstaande moeders verplicht hun kinderen naar de crèche te brengen en te solliciteren, wanneer hun kind vijf wordt. Een alleenstaande uitkeringsgerechtigde die meer dan een keer per maand met dezelfde persoon slaapt, is verplicht dit aan te geven en wordt gekort op zijn uitkering. Een arts die niet direct chemotherapie voorschrijft bij kanker, komt voor het tuchtcollege. Recentelijk is het verbod op het testen van partydrugs geëffectueerd en daarmee een gezondheidsadvies verboden. Het is interessant om daarnaast postbus 51 campagnes te observeren, waarin mensen worden aangemoedigd elkaar te ‘zien’. (7)

Normvervaging

Op een diepere laag leidt het verhinderen van mensen om vanuit zichzelf een verbinding met de wereld aan te gaan tot ontmenselijking. De mens wordt namelijk letterlijk onderdrukt; in plaats van zelfstandig zijn moraliteit te kunnen ontwikkelen vanuit zijn eigen ervaringen en inzichten, wordt er van buitenaf een norm opgelegd, waaraan voldaan moet worden. De mens leert zo om NIET op zijn eigen ervaringen en moraliteit te vertrouwen en raakt daarmee het enige houvast kwijt dat hij heeft. Dit is ‘normvervaging’ in de eigenlijke betekenis van het woord.

Die stelling, dat ik alles doe voor mijn goeie gevoel, is een pittige. Ik had nooit gedacht, in 1988, dat deze aanname in de praktijk leidt tot de inrichting van wetenschap, het bedrijfsleven en een staatsvorm, waarin mensen geen mogelijkheid krijgen zich te verbinden. Bovendien strookt de stelling niet met mijn eigen ervaringen. (8) Ik ben er dus vanaf gestapt. Dat is pas echt volwassen worden. Nu de politiek nog.

Ebeth van Loon studeerde af op bedrijfsethiek aan de faculteit der Godsdienstwetenschappen (RUG). De paper ‘Employability, een kwestie van visie’, is verkrijgbaar via het Orifiël Instituut.

Noten

1. ‘De moraal moet terugkomen in de politiek’ Volkskrant, 2-9-2002
2. Uitzonderingen daargelaten; de oprichter van een liberale denktank en adviseur van Bolkestein heeft het onomwonden over de mens als een aap, die getemd moet worden ( NRC, augustus 2002).
3. Vele Christelijke stromingen sluiten de facto aan op dit darwinistische mensbeeld; bij hen is het God‘s genade (van buitenaf) die het goede aan de mens geeft. Moraliteit moet van buitenaf aangegeven worden, anders vervalt de mens tot het kwaad/in de zonde.
4. Zie o.a. “ Meer vrijheid en strenger toezicht”, NRC, 6-9-02. Er wordt gesteld dat meer mensen zich mogen uitspreken over normen en waarden, maar dat overheid dient op te treden om ze daar vervolgens aan te houden.
5. Bijvoorbeeld door het castreren van verkrachters, wat in Engeland in sommige gevallen al gebeurd.
6. Zie b.v. minister-president Balkenende: “De mens moet tegen zichzelf beschermd worden.” (17 september 2002, TV-interview na Prinsjesdag)
7. Er is ook een postbus 51 spotje waarin geadviseerd wordt om vooral niets te doen als iemand in elkaar wordt geslagen, maar je mobieltje te pakken.
8. Bij het overgrote deel van mijn acties voel ik me goed omdat ik bijv. de ander help en help ik de ander niet zodat ik me goed voel. Ik kan bij mijzelf achterhalen waarom ik iets deed of naliet.

Spenden